Het is niet zo lang geleden,
Maar het lijkt een ver verleden
Ze heette Eefjuh, of ze noemde zich zo
Zij had in haar ogen het blauw van regenbogen,
Ze hield niet van clouseau, wel van mozart enzo
En bij het ochtend gloren, was ik allang verloren
Het was echt goed raak, ik heb een vreemde smaak
Ze is niet lang gebleven, heeft geen adres gegeven
Ze heette Eefjuh, Eefjuh of zo
Ze hield van verre landen, van god verlaten stranden.
Van wachten op de dood, zij had cultuur zo
Er was iets in haar haren, het is moeilijk te verklaren,
Het leek wel maneschijn, moet mijn verbeelding zijn
Dan zei ze ik vergeet je, ze lachte zelfs een beetje
Je komt er wel doorheen, jij redt het wel alleen
Het was hard om te voorduren, maar ik ging door hetere vuren
Ze heette Eefjuh, Eefjuh of zo
En zij had in haar ogen, het blauw van regenbogen
Ze hield niet van clouseau, wel van mozart enzo
Er was iets in haar haren, het is moeilijk te verklaren
Het leek wel maneschijn, moet mijn verbeelding zijn
Ze zeggen dat ik taai ben, dat ik een echte haai ben
Dat lijkt alleen maar zo, vraag maar aan Eefjuh
Ik heb in heel mijn leven om niemand veel gegeven,
Maar wel om Eefjuh, Eefjuh of zo
Ik heb in heel mijn leven om niemand veel gegeven,
Maar wel om Eefjuh, Eefjuh of zo.